Een stola met zowel waterlelies al regenbogen. Op de rug een ster van Bethlehem. Bij de waterlelies het volgende gedicht:
Ik heb de witte water-lelie lief,
daar die zoo blank is en zoo stil haar kroon
uitplooit in ’t licht.
Rijzend uit donker-koelen vijvergrond,
heeft zij het licht gevonden en ontsloot
toen blij het gouden hart.
Nu rust zij peinzend op het watervlak
en wenscht niet meer . . . .